Descărcați UDCPFOH în limba dvs.

UNIVERSELE DECLARATIE TER BESTRIJDING EN DE PREVENTIE VAN GEDWONGEN ORGAANROOF

Préambule OVERWEGENDE dat in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens de in- herente waardigheid en de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de men- selijke gemeenschap worden erkend als de grondslag van vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld, en dat alle staten zich ertoe hebben verbonden de universele eerbiediging en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te bevorderen, en dat alle staten tot een gemeenschappelijk begrip van deze rechten en vrijheden zijn geko- men, hetgeen van het grootste belang is voor de volledige verwezenlijking van deze belofte; OVERWEGENDE dat het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten heeft bepaald dat iedere Staat die Partij is bij dit Verdrag zich ertoe verbindt de rechten die in dit Verdrag worden erkend te eerbiedigen en te waarborgen ten behoeve van eenieder die zich op zijn grondgebied bevindt en onder zijn rechtsmacht valt, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, vermogen, geboorte of andere status, en dat op de individuele persoon, die plichten heeft ten opzichte van andere perso- nen en van de gemeenschap waartoe hij behoort, de verantwoordelijkheid rust te streven naar de bevordering en de eerbiediging van de rechten die in dit Verdrag worden erkend; OVERWEGENDE dat, rekening houdend met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de waardigheid van het menselijk wezen met betrekking tot de toe- passing van de biologie en de geneeskunde; Verdrag inzake de rechten van de mens en de bio-geneeskunde (1997, ETS nr. 164) en het aanvullend protocol bij het Verdrag inzake de rechten van de mens en de bio-geneeskunde betreffende de transplantatie van organen en weefsels van menselijke oorsprong (2002, ETS nr. 186); OVERWEGENDE dat vrije, vrijwillige en geïnformeerde toestemming de eerste voor- waarde is voor ethische orgaandonatie en dat internationale medische organisaties verkla- ren dat gevangenen, die van hun vrijheid zijn beroofd, niet in staat zijn vrije toestemming te geven en dat de praktijk van het verkrijgen van organen uit gevangenen een schending is van ethische richtlijnen in de geneeskunde; OVERWEGENDE dat het VN-Comité tegen foltering en de speciale VN-rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing hun bezorgdheid hebben geuit over de beweringen betreffende het oogsten van organen van gevangenen, en de regering van de Volksrepubliek China hebben opgeroepen de verantwoordingsplicht en de transparantie van haar orgaantransplantatiesysteem te vergroten en de verantwoordelijken voor misbruiken te straffen; OVERWEGENDE dat de regering van de Volksrepubliek China geen afdoende verantwoording heeft afgelegd over de bronnen van organen toen Manfred Nowak, de voormalige speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, om informatie verzocht; OVERWEGENDE dat het Verdrag van de Raad van Europa tegen de handel in menselijke organen ten doel heeft orgaanverwijdering te voorkomen en te bestrijden wanneer deze plaatsvindt zonder de vrije, geïnformeerde en uitdrukkelijke toestemming van de levende of overleden donor, of, in het geval van de overleden donor, zonder dat de verwijdering krachtens de nationale wetgeving is toegestaan, en door bepaalde handelingen strafbaar te stellen, de rechten van de slachtoffers te beschermen en de nationale en internationale samenwerking bij de bestrijding van de handel in menselijke organen te vergemakkelijken; OVERWEGENDE dat in 2019 het China Tribunaal, een internationaal, onafhankelijk tribunaal, gevestigd in Londen en voorgezeten door Sir Geoffrey Nice QC, die werkzaam was bij het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië en de vervolging van Slobodan Milosevic leidde, heeft geconcludeerd dat het doden van gedetineerden in China voor orgaantransplantatie doorgaat, en dat de gevangen volgelingen van de spirituele discipline Falun Gong tot de voornaamste slachtoffers behoren, en dat het plegen van misdaden tegen de menselijkheid jegens de Falun Gong en de Oeigoeren buiten redelijke twijfel is bewezen; ERKENNEND dat met het oog op een doeltreffende bestrijding en voorkoming van misdaden tegen de menselijkheid door het gedwongen oogsten van organen, nauwe internationale samenwerking moet worden aangemoedigd. Artikel 1 (1) De mens is vrij van zijn waardigheid en van zijn rechten; hij is begiftigd met rede en geweten en dient zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. (2) Eenieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Artikel 2 (1) Eenieder heeft recht op alle rechten en vrijheden die in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn vermeld, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, vermogen, geboorte of andere status. (2) Er wordt geen onderscheid gemaakt op grond van de politieke, rechterlijke of internationale status van het land of gebied waartoe iemand behoort, ongeacht of dat land of gebied onafhankelijk, trust- of niet-zelfbesturend is of onder een andere beperking van de soevereiniteit valt. Artikel 3 (1) Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst of overtuiging tot uitdrukking te brengen door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en door het onderhouden van geboden en voorschriften. (2) Het doden van kwetsbare gevangenen met het oog op het oogsten en verkopen van hun organen voor transplantatie is een flagrante en onduldbare schending van het fundamentele recht op leven. Artikel 4 Alle regeringen bestrijden en voorkomen gedwongen orgaanoogst door bepaalde handelingen strafbaar te stellen en de strafrechtelijke vervolging van gedwongen orgaanoogst zowel op nationaal als op internationaal niveau te vergemakkelijken. Artikel 5 (1) Alle regeringen nemen de nodige wetgevende en andere maatregelen om het verwijderen van menselijke organen bij levende of overleden donoren, indien opzettelijk begaan, krachtens hun nationale recht strafbaar te stellen wanneer dat verwijderen plaatsvindt zonder de vrije, geïnformeerde en uitdrukkelijke toestemming van de levende of overleden donor, of, in het geval van de overleden donor, zonder dat de verwijdering krachtens hun nationale recht is toegestaan. (2) Elke orgaantransplantatiedonor moet schriftelijk met de donatie instemmen. Deze toestemming moet beschikbaar zijn voor inzage door internationale mensenrechtenfunctionarissen. Artikel 6 Alle regeringen nemen, in overeenstemming met de beginselen van hun nationale recht, de nodige wetgevende en andere maatregelen om te zorgen voor doeltreffend strafrechtelijk onderzoek en effectieve vervolging van misdrijven ter bestrijding en voorkoming van gedwongen orgaanoogst, in overeenstemming met de desbetreffende toepasselijke internationale verdragen. Artikel 7 Alle regeringen werken, overeenkomstig de desbetreffende toepasselijke internationale verdragen en regionale instrumenten en regelingen die zijn overeengekomen op basis van eenvormige of wederkerige wetgeving en hun nationale wetgeving, in de ruimst mogelijke mate met elkaar samen, ten behoeve van onderzoeken of procedures met betrekking tot strafbare feiten ter bestrijding en voorkoming van gedwongen orgaanoogst overeenkomstig de internationale verdragen. Artikel 8 Alle regeringen zullen er bij de Partijstaat China op aandringen een einde te maken aan de onderdrukking, gevangenneming en mishandeling van Falun Gong-aanhangers en andere gewetensgevangenen; een einde te maken aan het gedwongen oogsten van organen van alle gevangenen; alle detentiecentra en kampen open te stellen voor een vrij en onafhankelijk internationaal onderzoek naar het misdrijf van het gedwongen oogsten van organen. Artikel9 Alle regeringen moeten (1) er bij medische beroepsbeoefenaren op aandringen hun patiënten actief te ontmoedigen om voor transplantatiechirurgie naar China te gaan (2) er bij medische beroepsbeoefenaren op aandringen geen opleiding in transplantatiechirurgie te geven of in hun land niet dezelfde opleiding te geven aan Chinese artsen of medisch personeel (3) er bij medische tijdschriften op aandringen om publicaties over de "Chinese ervaring" met transplantatiegeneeskunde te verwerpen (4) geen visa af te geven aan Chinese medische beroepsbeoefenaren die een opleiding in orgaan- of lichaamsweefseltransplantatie in het buitenland willen volgen; (5) niet deel te nemen aan internationale seminars, symposia of conferenties van Chinese artsen op het gebied van transplantatie en transplantatiechirurgie. Artikel 10 Alle regeringen moeten iedereen waarvan bekend is dat hij direct of indirect deelneemt aan gedwongen orgaanoogst de toegang ontzeggen. . Artikel 11 Elk land of rechtsgebied moet patiënten een billijke toegang tot transplantatiediensten bieden om informatie over illegaal verkregen menselijke organen adequaat te verzamelen, te analyseren en uit te wisselen, in samenwerking met alle betrokken autoriteiten, en informatie te verstrekken om de opleiding van gezondheidswerkers en betrokken functionarissen te verbeteren. Artikel 12 Elk land of rechtsgebied moet bewustmakingscampagnes bevorderen over de onwettigheid van gedwongen orgaanoogst. Artikel 13 De tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze verklaring geschiedt zonder discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, leeftijd, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of sociale afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, seksuele geaardheid, gezondheidstoestand, handicap of andere status. 26 september 2021